Slimme ICT ontlast leerkracht

« Vorige pagina

Vorige week verscheen een artikel van Johannes Visser in De Correspondent, met als titel: “De werkelijke reden dat basisschoolleraren zoveel tijd kwijt zijn met administratie”. Ik wil reageren op dit artikel want uit eigen ervaring weet ik dat leerkrachten een enorme werkdruk ervaren, maar het ligt, in mijn ogen, iets genuanceerder dan hier wordt beschreven.

Visser stelt dat de oplossing van Rinda den Besten, betere ICT, absurd is en maakt de vergelijking met 30 jaar geleden. Ik vind dat deze vergelijking net zo absurd is, alleen al vanwege het feit dat er toen gewerkt werd vanuit een totaal anders onderwijsconcept. Dertig jaar geleden waren leerkrachten opgegroeid met het didactisch onderwijsmodel van Van Gelder, waarin voor alle leerlingen dezelfde doelen gesteld werden. Evaluatie bestond uit het nakijken en nagaan of minimaal 80% van de leerlingen het doel bereikt hadden. Het moge duidelijk zijn dat het toenmalige onderwijs en de daarbij horende taken van de leerkracht totaal niet te vergelijken zijn met het hedendaagse onderwijs waarin we uitgaan van de verschillende talenten en mogelijkheden van leerlingen. Dat vraagt nu eenmaal meer administratie, en ICT kan daarbij ondersteunend werken. Daarover verder in dit artikel meer.

Visser wijst ook op het feit dat van scholen verlangd wordt dat ze meer aandacht hebben voor individuele verschillen tussen leerlingen met als gevolg bergen administratie. Hij noemt hierbij nog niet eens wat er administratief op scholen afkomt in het kader van Passend Onderwijs. In zijn betoog gaat hij vervolgens in op de enorme druk die de afgelopen jaren is ontstaan om alles te toetsen en te meten om die ontwikkelingsverschillen in kaart te brengen. Ongeacht of dit door ministerie, inspectie of schoolbesturen werd opgelegd, heb ik als intern begeleider in het basisonderwijs zelf gezien hoe peuters!, kleutersen en leerlingen van groep 3 en 4 twee keer per jaar onderworpen worden aan een hele serie landelijke toetsen, waarna zij een stempel zwak (afwijkend van de norm), voldoende aan het gemiddelde of boven het gemiddelde krijgen opgeplakt. Dit terwijl iedere leerkracht weet dat de ontwikkeling van jonge kinderen zeer grillig kan verlopen. In de drang om alles maar te kunnen verklaren en beheersen wordt in mijn ogen vaak al heel vroeg een label dyslexie, dyscalculie, autisme, PDD-nos, enzovoorts opgeplakt. Een label waarvan gehoopt wordt dat dit deuren opent voor leerlingen, maar in de praktijk vaak ook deuren blijkt te sluiten.

Terecht wijst Visser op het overvloedige geadministreer, de uitgebreide toetsanalyses en besprekingen hiervan in allerlei overleggen. Hij gaat hierbij niet eens in op de ongewenste afrekencultuur die hierbij is ontstaan richting leerlingen, maar ook richting leerkrachten!! Gelukkig treedt vanaf 1 augustus 2017 het nieuwe inspectietoezicht in werking waarmee hopelijk het toetsen genormaliseerd wordt tot normale, zinvolle proporties.

Mijn verbazing echter wordt gewekt wanneer ik aankom bij het kopje waarom ICT deel van het probleem, en niet van de oplossing is. Ik maakte een aantal jaren geleden voor het eerst kennis met Diatoetsen. Wat een verademing: alleen de juiste toets klaarzetten op de computer en de leerling kan aan de slag. In 1 lesuur de toets afgenomen en meteen inzicht in de resultaten. Wat een tijdsbesparing voor de leerkracht!! Niet meer zelf 30 boekjes per klas nakijken en resultaten invoeren, maar onmiddelijk alle analyses kant en klaar aangeleverd. Geweldig! In een handomdraai weet ik van iedere leerling op welk niveau hij onderwijs moet krijgen en waar zijn/haar ondersteuningsbehoefte ligt. Groepsplannen worden vrijwel kant en klaar geleverd. En voor begrijpend lezen wordt bovendien uitstekend materiaal op maat meegeleverd, genaamd Diaplus. Meteen na de toetsen krijgen leerlingen met een druk op de knop teksten die aansluiten bij hun leesniveau. De sterke lezers krijgen uitdagende teksten en kunnen daarmee zelf aan de slag. De zwakkere leerlingen kunnen onder begeleiding werken met remediërend materiaal, in aansluiting op hun toetsresultaten. Als ik zie hoe de digitale mogelijkheden hier worden benut, begrijp ik niet waarom de auteur stelt dat ICT onderdeel van het probleem is. Ik denk dat het probleem veel meer ligt in de organisatie zelf. Zijn al die gesprekken over de toetsresulaten nodig?? En moeten toetsen leiden tot een eindadvies???

Juist niet zou ik zeggen. De Diatoetsen zijn juist niet bedoeld om summatief te gebruiken, niet bedoeld om een eindoordeel te geven. Diatoetsen zijn juist bedoeld om formatief in te zetten en ontwikkelingsgericht te werken. De toetsen geven bij de beginmeting inzicht in hoever leerlingen zijn en bieden leraren inzicht in hoe ze leerlingen kunnen begeleiden naar het niveau dat ze nodig hebben om straks succesvol door te stromen naar het voortgezet onderwijs. Toegegeven, leraren moeten zich oriënteren op de referentieniveaus en de deelaspecten daarvan. De systematiek van de Diatoetsen maakt dit allemaal heel helder en geeft richting aan de lesaanpak, en leidt daardoor tot betere resultaten.

Zelf ben ik door Diatoetsen zo enthousiast geworden dat ik  scholen voorlichting geef over de Diatoetsen, het interpreteren van de resultaten en het vertalen naar handelingsgericht werken.

 

Auteur: Dilys Magielse, Onderwijsadviseur